Op 21 maart is het de Internationale Dag Tegen Racisme en Discriminatie. Deze dag is uitgeroepen in 1960 door de Verenigde Naties.
We zijn allemaal gelijk en hebben allemaal dezelfde rechten. Ongeacht onze etnische achtergrond, nationaliteit, religie, sekse, taal, genderidentiteit, leeftijd of wat dan ook. Maar helaas geldt dat niet voor iedereen. Er is nog steeds sprake van racisme en discriminatie in de wereld. Discriminatie zorgt voor ongelijkheid en uitsluiting van individuen en groepen. Het treft migranten, minderheden, vrouwen, leden van inheemse gemeenschappen en mensen met een beperking, een andere huidskleur, een ander geloof of een andere seksuele voorkeur.
Rassendiscriminatie kan leiden tot geweld, intimidatie, belemmeringen voor inclusie en discriminerende profilering. Ook in de periode van COVID-19-pandemie zien we dat racisme en discriminatie nog steeds in onze maatschappij aanwezig zijn. Sterker nog: het heeft bestaande problemen verergerd, waardoor minderheden soms nog meer onder druk zijn komen te staan.
Deze week heeft de Europese Commissie een EU-top over racismebestrijding gehouden om een echte antiracistische unie te creëren. Een unie waarin plaats is voor zowel preventie als sancties, en waarin maatregelen die inclusie bevorderen, de norm zijn. Het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie blijft het kompas op deze gezamenlijke reis naar een rechtvaardigere, billijkere en inclusievere samenleving. De EU zal zich constructief inzetten in de context van de 20e verjaardag van de aanneming van de verklaring en het actieprogramma van Durban.